Succulenten (ook wel vetplanten genoemd) komen in grote delen van de wereld voor. De belangrijkste groeigebieden zijn Afrika, Mexico, het zuidwesten van de USA, Curaçao en het Andesgebergte.
Belangrijk is dat het klimaat periodiek weinig neerslag heeft. De plant heeft de eigenschap om vocht vast te houden, wat sapsparen wordt genoemd. Ook de vorm is aangepast aan de omstandigheden. Zo zien we vaak de bolvorm en is een blad meestal afwezig. Dit is nodig om de verdamping tegen te gaan. Stekels of stugge haren nemen de plaats van het blad in. Het lichaamsoppervlak wordt dan zo klein mogelijk. Sommige soorten zoals Lithops groeien zelf grotendeels onder de grond. De planten kunnen bloeien, maar soms duurt dat zeer lang. De bloemvorm is vaak heel fraai.
In huis moet de plant vooral niet te veel kalkarm water krijgen. Ze zullen anders snel afrotten. Beter is om in de groeitijd periodiek water te geven. Laat ze rustig eens wat droger staan. In de wintertijd willen de meeste soorten een rustperiode. Dit betekent dat ze licht, koud en droog moeten overwinteren. In het voorjaar gaat u langzaam wat sproeien en weer wat water geven. Eventueel wordt de plant dan ook verpot. Hiervoor is speciale aarde verkrijgbaar. Tijdens de knopvorming kunt u de planten het beste niet verplaatsen of draaien.
Staan de planten altijd warm, krijgen ze te weinig frisse lucht of staan ze te donker? Dan zullen ze snel deformeren. Hierdoor wordt de vorm lijken en raakt vervormd. U kunt het beste speciale cactusmest gebruiken. Hierin zit een voor de plant aangepaste samenstelling aan voedingselementen wat van belang is omdat de bladgroei niet mag worden gestimuleerd.
Lidcactussen Zygocactus truncatus of de Schlumberiga russeliana bloeien in de winter en moeten dan warm staan en voeding en water krijgen. Ook Euphorbia’s (wolfsmelkplanten) moeten in de winter gewoon warm blijven staan omdat ze anders bruine plekken krijgen.