De cucurbitaceae of komkommerachtigen worden niet alleen gegeten, maar kennen ook vele siersoorten. De kalebassen zijn de laatste jaren heel populair. Velen zijn eenjarig, maar er zijn ook overblijvende soorten. Sierkalebassen zijn over het algemeen planten met lange kruipende of klimmende stengels. De vruchten kennen vele vormen: van rond tot flesvormig. Daarnaast zijn er soorten die een harde schaal hebben, zoals de kalebas, en er zijn soorten die een zachte schil hebben, zoals komkommers en augurken.
Cucurbita is het geslacht met de meeste vruchtvormen en de meeste soorten komen uit Amerika. We kennen allemaal wel de Turkse mutsen en pompoenen. Sommige worden gegeten net zoals de Cucurbita maxima welke wel 100 kg kan wegen. Probeer eens met het ras Gele reuzen de grootste pompoen te telen. Het meest zien we de kleine soorten zoals de Cucurbita pepo. Er zijn gladde en wratachtige soorten terwijl de kleuren zeer uiteenlopen van groen, naar geel, oranje, rood en zelfs roze.
Het zelf telen van kalebassen is eenvoudig. Zorg voor een rijke voedzame aarde zoals een composthoop en ook voedsel en vocht zijn essentieel. Na half mei kunt u direct buiten zaaien. U kunt de planten laten kruipen of ze over iets heen laten groeien zodat de vruchten vrij komen te hangen. Leg bij vruchten die op natte grond liggen iets bij de vruchten zodat ze niet gaan rotten. Als het vaak regent moet u ook de uitgebloeide bloemen voorzichtig verwijderen, dit om rotting te voorkomen. U oogst de vruchten pas als ze volledig rijp en hard zijn. Volgroeide vruchten zijn zeer lang houdbaar.
Sierkalebassen zijn zeer goed toepasbaar in de bloemsierkunst. Ze zijn decoratief in bloemwerk, maar kunnen ook als ondergrond dienen. Zodra u echter stokjes of draden in een vrucht steekt zal deze zeer snel gaan rotten. Een grote Turkse muts wordt ook wel uitgehold en als basis gebruikt. Ook hier geldt dat deze dan snel zal rotten.
Terug naar overzicht